Wellnesssolar

News

Energie Investeringsaftrek (EIA)

Wilt u fiscaal voordeel behalen en investeren in energiezuinige technieken en duurzame energie? Dat kan met de regeling Energie Investeringsaftrek (EIA). EIA levert u gemiddeld 10% voordeel op.

Daarnaast leveren energiezuinige investeringen u ook een lagere energierekening op. Met deze regeling stimuleert het ministerie van Economische Zaken duurzaam ondernemen.

Klik hier en vind de uitgebreide omschrijving

 

Grote stijging aantal aanvragen voor zonne-energie binnen de SDE+

Op 31 maart 2015 is de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+ 2015) geopend. De SDE+ is een regeling die het ministerie van Economische Zaken inzet om de productie van duurzame energie te stimuleren. RVO geeft om de twee weken de laatste stand van zaken.

Voor de SDE+ 2015 is een budget van € 3,5 miljard beschikbaar om projecten te ondersteunen. In een tabel op de website van RVO staat de stand van zaken van donderdag 4 juni 2015 17:00 uur voor de categorieën hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte én WKK en hernieuwbaar gas. De aanvragen worden nu beoordeeld. Deze beoordeling van de projecten kan leiden tot een (gedeeltelijke) honorering, een afwijzing of een intrekking. De som van de aanvragen heeft het totaal beschikbare budget overschreden. Vanwege mogelijke afwijzing en intrekking van projecten, blijft het mogelijk om een aanvraag voor de SDE+ in te dienen. Van de aanvragen tot 4 juni 2015 17:00 uur zijn 6 aanvragen voor SDE-subsidie gehonoreerd. Hiermee is bijna 235 miljoen euro van het beschikbare budget voor 2015 aan projecten toegekend.

Het is de vraag of er in 2015 veel zonne-energie projecten gehonoreerd zullen worden. Hoewel het budget net als vorig jaar 3,5 miljard Euro is, verwacht men dat dit bedrag mogelijk al opraakt in fase 2. Initiatiefnemers die SDE willen aanvragen voor zonne-energie worden geadviseerd in een vroege fase in te dienen. Dit komt omdat ook biomassa meestook meedingt dit jaar, waardoor het budget sneller op zal zijn,

Het overzicht wordt door RVO iedere twee weken geactualiseerd, totdat het volledige budget voor 2015 aan projecten is toegekend. .

Tabel SDE+ 2015 aanvragen per 4 juni 2015 17.00 uur
Tabellen stand van zaken SDE+ 2015 – 4 juni 2015

Nog volop groeimogelijkheden voor zonne-energie

Zonne-energie kan in tientallen procenten bijdragen aan de energie voorziening van Nederland in 2050.
Er is veel ruimte voor zonne-energie in Nederland, stelt Holland Solar in haar rapport “Ruimte voor zonne-energie 2020-2050”. De zon kan Nederland aan 100–300 PJ warmte helpen en 200-400 PJ elektriciteit. Ter vergelijking: Nederland kent jaarlijks een finaal energiegebruik van ongeveer 2150 PJ. Particulieren, bedrijfsleven en financiële wereld wil graag investeren in zonne-energie. De overheid kan met relatief weinig moeite deze interesse inzetten voor versnelling van de energietransitie.
Zonnewarmte technieken kunnen op korte termijn versneld toegepast worden bij huishoudens, recreatie & sport & wellness en de agrarische sector. Voor de langere termijn is er veel potentie voor zonnewarmte in de industrie, o.a. in de foodsector en het invoeden in warmtenetten vanuit zonnecollectorvelden.

Zonnestroom technieken kunnen op korte termijn vooral groeien bij de grondgebonden woningen in particulier bezit. Daarnaast is er een groot potentieel bij utiliteit (scholen en ander maatschappelijk vastgoed) en agrarische sector. Er wordt voorts een groot potentieel gezien in combinatie parkeerruimte en elektrisch vervoer, alsook toepassingen op civiele werken.

De ruimte kan nu en in de toekomst beter benut worden door aantal zaken waar te maken:

  • Het mogelijk maken van het gebruik van ruimte op en rond civiele werken.
  • Het inzetten van parkeergarages en -terreinen voor zonnestroom, in combinatie met elektrisch vervoer door gemeentes.
  • Het voorzien van al het maatschappelijk vastgoed van zonne-energietoepassingen.
  • Ruimte voor installaties en opslag, dak-doorvoeren, en ruimte op daken zeker stellen in bouwregelgeving.
  • Het recht van schaduwvrijheid voor eigenaren van zonne-energie systemen veilig stellen.
  • Voorzien in betere data over energiegebruik en –opwekking per techniek, per sector en per regio.

Met relatief weinig moeite vanuit de overheid kan er een grote groei verwezenlijkt worden in verschillende sectoren Dit zijn o.a. maatschappelijk vastgoed, MKB, agrariërs, food industrie, wellness en woningcorporaties. Belangrijke aandachtspunten zijn:

  • De onzekerheid over financiële rendementen moet worden opgelost. Financieringskansen worden snel hoger door meer zekerheid over rendement. Behoud van salderen met een fluwelen overgang naar nieuwe regeling na 2020 of later, het verhogen van SDE+ budget en betere garantstellingen voor projecten verhoogt slagingskans van projecten.
  • Er is blijvende aandacht nodig voor mogelijkheden voor particulieren en MKB zonder eigen dak. De postcoderoosregeling vraagt verbetering of andere oplossingen moeten op korte termijn ontwikkeld worden.
  • Het mogelijk maken voor woningcorporaties om huurtellingsystematiek aan te passen aan alle type energieopwekking, dus ook zonnepanelen.
  • Het verbeteren van opties voor zonnewarmte; zoals een aanpassing van de energiebelasting op gas; het verbeteren van zonnewarmte in SDE+ door een hoger totaalbudget en verbeteren rekensystematiek. Zonnewarmte systemen tot 100 m2 kennen geen enkele stimulering, dit zou moeten veranderen. Voor zeer grote systemen zou invoeding in warmtenetten mogelijk gemaakt moeten worden.
  • De implementatie van energieprestatielabels en de handhaving van energieprestaties van gebouwen.
  • Het faciliteren van het clusteren van projecten, bijvoorbeeld bij maatschappelijk vastgoed, om beter kapitaal te kunnen aantrekken.

In Nederland wordt jaarlijks ongeveer 3300 PJ aan primaire energie gebruikt, vooral in de vorm van aardgas, aardolie en steenkool. Na aftrek van omzettingsverliezen (~500 PJ, met name bij elektriciteitsopwekking) en het niet-energetische gebruik van fossiele brandstoffen (~650 PJ, vooral als grondstof in de chemische industrie), resulteert dit in een finaal energiegebruik van ongeveer 2150 PJ.

Zonne-energie technieken kunnen op langere termijn bijdragen met 300-700 PJ binnenlands opgewekte energie en zodoende tientallen procenten van de energietransitie voor hun rekening nemen. Zowel voor zonnestroom als zonnewarmte toepassingen is veel potentieel in verschillende sectoren.

Potentieel zonnewarmte

Het potentieel voor zonnewarmte wordt grotendeels bepaald door de warmtevraag en verschillende sectoren en de kenmerken daarvan. Zonnewarmte heeft minder dakruimte nodig, omdat het een hoger rendement heeft. Er is hiervoor naast zonnestroom voldoende ruimte te vinden op de daken.

Zonnewarmte technieken kunnen op korte termijn versneld toegepast worden bij huishoudens, recreatie & sport & wellness en de agrarische sector. Voor de langere termijn is er veel potentie voor zonnewarmte in de industrie, o.a. in de foodsector en het invoeden in warmtenetten vanuit zonnecollectorvelden.

Potentieel zonnestroom

Het potentieel voor zonnestroom wordt in Nederlands grotendeels bepaald door 400km2 dakoppervlak, 200km2 civiele werken en 200 km2 parkeerterreinen. Opstellingen in het open veld zijn buiten beschouwing gelaten.

Ruimtelijk potentieel

Zonnestroom technieken kunnen op korte termijn vooral groeien bij de grondgebonden woningen in particulier bezit. Daarnaast is er een groot potentieel bij utiliteit (scholen en ander maatschappelijk vastgoed) en agrarische sector. Er wordt voorts een groot potentieel gezien in combinatie parkeerruimte en elektrisch vervoer, alsook toepassingen op civiele werken.

Om het ruimtelijk potentieel goed te kunnen benutten voor zonne-energie worden een aantal aanbevelingen gedaan in het kader van ruimtelijke taken van de overheid.

  • Het gebruik van ruimte op en rond civiele werken zal eenvoudiger gerealiseerd moeten kunnen worden. Een passend ruimtelijk ordeningskader hiervoor is dan noodzakelijk.
  • Sturing op gebruik van parkeergarages en -terreinen voor zonnestroom, in combinatie met elektrisch vervoer is nodig.
  • Eisen in het bouwbesluit zouden aangepast moeten voor het verzekeren van optimale mogelijkheden voor toepassingen van zonne-energie. Denk hierbij aan ruimte voor installaties en opslag, dak-doorvoeren, ruimte op daken, enz.
  • Onderzocht zou moeten worden welke mogelijkheden er zijn voor het garanderen van schaduwvrijheid voor eigenaren van zonne-energie installaties.
  • Er is behoefte aan actuele data over energieverbruik en -opwekking per regio en landelijk. Dit versnelt het vermarkten van duurzame decentrale energie.

Rol voor de overheid

De ontwikkeling van zonne-energie vraagt in Nederland verder een level playing field en een consistent langer termijn beleid voor regelgeving en fiscale of financiële instrumenten.

Met relatief weinig moeite vanuit de overheid kan er een grote groei verwezenlijkt worden in verschillende sectoren Dit zijn o.a. maatschappelijk vastgoed, MKB, agrariërs, food industrie, wellness en woningcorporaties. Belangrijke aandachtspunten zijn:

  • De onzekerheid over financiële rendementen moet worden opgelost. Financieringskansen worden snel hoger door meer zekerheid over rendement. Behoud van salderen met een fluwelen overgang naar nieuwe regeling na 2020 of later, het verhogen van SDE+ budget en betere garantstellingen voor projecten verhoogt slagingskans van projecten.
  • Er is blijvende aandacht nodig voor mogelijkheden voor particulieren en MKB zonder eigen dak. De postcoderoosregeling vraagt verbetering of andere oplossingen moeten op korte termijn ontwikkeld worden.
  • Het mogelijk maken voor woningcorporaties om huurtellingsystematiek aan te passen aan alle type energieopwekking, dus ook zonnepanelen.
  • Het verbeteren van opties voor zonnewarmte; zoals een aanpassing van de energiebelasting op gas; het verbeteren van zonnewarmte in SDE+ door een hoger totaalbudget en verbeteren rekensystematiek. Zonnewarmte systemen tot 100 m2 kennen geen enkele stimulering, dit zou moeten veranderen. Voor zeer grote systemen zou invoeding in warmtenetten mogelijk gemaakt moeten worden.
  • De implementatie van energieprestatielabels en de handhaving van energieprestaties van gebouwen.
  • Het faciliteren van het clusteren van projecten, bijvoorbeeld bij maatschappelijk vastgoed, om beter kapitaal te kunnen aantrekken.

Link naar het Rapport Ruimte voor zonne-energie 2020-2050